Hoofdstuk 2: Hoe ondersteunen we tieners in hun persoonlijke ontwikkeling?

De uitdagingen:

• Doel van onderwijs is omgaan met jezelf (lijf, geest, hart en ziel), de ander
en de wereld (samenleving, natuur, de dingen en de cosmos) .

• Haal inspiratie uit de rijkdom van het leven.

• Zelfsturing en communiceren kun je leren

• Benader de wereld met een open geest, open hart en een open wil.

 

2.1       Terug naar de essentie: omgaan met jezelf, omgaan met de ander, omgaan met de wereld.

De samenleving verandert van aanbod naar vraag gestuurd. In alle delen van de samenleving waren het experts die definieerde wat de mensen nodig hadden. Patiënten, studenten, werknemers en consumenten hadden te doen wat voorgeschreven was. Tegenwoordig is er in bijna alle delen van de samenleving een dialoog ontstaan tussen expert en cliënt waarin specifieke behoeften en wensen van de cliënten worden meegenomen.

In het onderwijs worden de doelen nog steeds door experts gedefinieerd vanuit de behoeften van de samenleving. Belangrijkste vraag is: wat voor werkkrachten en burgers heeft de samenleving nodig? De huidige leerdoelen van tieners zijn gedefinieerd uit de kwalificatie- en socialisatiedoelen van de samenleving van gisteren. Er is tijd nodig om nieuwe leerdoelen te ontwikkelen en implementeren. Consequentie is dat de leerdoelen altijd al achter lopen voordat ze ingevoerd zijn. Het komt er nu op neer dat alle tieners hun talen moeten kunnen lezen en schrijven en de basis theorieën moeten kennen en toepassen van de menswetenschappen en de beta-wetenschappen. De vergelijking van reken- en taalresultaten zijn het meetpunt van succes van het onderwijs in een land. Niet het gebruik maar de cognitie is bepalend.

Tieners worden geconfronteerd met deze doelen. Hen wordt verteld: “Deze doelen zijn belangrijk, streef er nou maar naar om deze doelen te behalen, dan krijg je een diploma en dan kom je ver in deze samenleving”. “Vraag niet naar het waarom, leer nou maar”. Tieners zijn niet makkelijk te motiveren in al deze vakken en leerdoelen omdat ze zich afvragen: “Waarom moet ik dit voor leren?” Teveel vakken, teveel doelen, teveel toetsen. Daardoor zijn de leerresultaten van deze tieners in deze schooljaren minimaal en worden de tieners gedemotiveerd voor het onderwijs. De inhoudelijke relatie met wat tieners voor hun toekomst nodig hebben wordt achteraf gedefinieerd en is vaak vergezocht.

De hoofdvraag zou moeten zijn: wat moet een tiener leren om succesvol te zijn in het leven en in de samenleving? Tieners, ouders, experts en vertegenwoordigers van de samenleving zouden het eens moeten zijn:

Onderwijs moet gericht zijn op de ontwikkeling van een houding, vaardigheden en kennis van tieners om om te gaan met zichzelf (lichaam, geest, gevoel en ziel), leren om te gaan met anderen en leren om te gaan met de wereld (samenleving, natuur, elementen en de cosmos)

Deze doelen starten met de tiener. Veel van de huidige doelen kunnen gerelateerd worden aan het leren en ontwikkelen in het omgaan met zichzelf, de ander en de wereld. Toch is het belangrijke om alle doelen tegen het licht te houden:

  • Alle huidige doelen zouden in dat licht geëvalueerd moeten worden op het belang voor het omgaan met zichzelf, met anderen en de wereld: Moet iedereen Frans en Duits leren? Moeten we uit ons hoofd kunnen rekenen? Wat is het belang van spelling? Hoe kunnen we de hoeveelheid terug brengen?
  • Alle huidige doelen zijn niet even belangrijk voor elke tiener. Er zou meer keuze moeten zijn. Welke doelen gelden voor elke tiener en welke doelen zijn keuze?

2.2.      Gebruik maken van de rijkdom van het leven.

Wat heb je nodig als jong volwassene in het leven, op het werk en thuis? Het doel van onderwijs is om je eigen stem te vinden en om je talenten in te zetten. Je talent zit in jezelf, in je omgang met anderen en in je omgang met de wereld. Je bent niet alleen je brein. Je lichaam heeft meer functies, die je kunt gebruiken. Je hebt intuïtie en emoties. Je hebt bewustzijn en geweten. Je hebt een breed pakket aan mogelijkheden in je. Je omgang met anderen is ook van grote rijkdom: je hebt familie, je vrienden, de mensen die je ontmoet op het werk in school of bij andere activiteiten, die allemaal van betekenis kunnen zijn voor jou, en jij voor hen. Er zijn verschillende culturen en mensen over de hele wereld. Ook de wereld zelf kan van grote rijkdom zijn. Je kunt naar de wereld kijken als een samenleving van mensen of een ecologisch systeem van landschappen, dieren en planten. Je kunt het als een omgeving van levenloze dingen zien die je kunt gebruiken om te bouwen en te creëren. Tenslotte is de wereld ook een onderdeel van het heelal, waar de zon en de maan het meest zichtbaar invloed op ons uitoefenen. Dit is de rijkdom van het leven die je kunt gebruiken. Tieners zullen gemotiveerd en geïnspireerd kunnen zoeken in de rijkdom van het leven naar hun eigen rol, stem en potentieel. Vanuit hun persoonlijke ontwikkeling en interesses kunnen tieners gemotiveerd en geïnspireerd worden in vakken. Vanuit hun persoonlijke ontwikkeling en socialisatie zullen ze de noodzaak zien van kwalificatie. Ik zal van alle onderdelen van de rijkdom van het leven laten zien wat ze kunnen betekenen voor de tiener.

 

Wie ben ik en wat is mijn rol in de wereld? Hoe ga ik met mezelf om? We zijn homo sapiens en we zijn bevoorrecht. In het omgaan met onszelf kunnen we ons lijf, ons hart, ons brein en onze ziel als instrument inzetten. Ons lichaam geeft ons informatie via onze zintuigen: door te zien, te horen, te ruiken, te proeven en te voelen. We kunnen onze waarneming verscherpen door onze zintuigen. We kunnen onze spieren en longen trainen, We kunnen onze motoriek ontwikkelen. We kunnen ons uiten in dans, drama, muziek en andere kunstvormen. We kunnen ons voortbewegen, lopen, fietsen en we kunnen allerlei sporten doen. Hoe regelen we onze voeding? Hoe gaan we om met ziektes en verslaving? Wat zijn onze talenten in onze lichamelijke vaardigheden en hoe kunnen we die zo goed mogelijk benutten? Vanuit de persoonlijke ontwikkeling van ons lichaam kunnen we gemotiveerd raken om sport en kunst te bedrijven of om te leren over het menselijk lichaam bij biologie.

 

Je hart zal je signalen geven vanuit gevoelens en intuïtie. Hoe reageren we op euforie, angst, boosheid en verdriet en alle subtielere variaties van emoties? Waar komen ze vandaan en welke vervulde en onvervulde behoeften liggen er aan ten grondslag. En los van de primaire reacties, aanvallen, bevriezen of vluchten, hoe kunnen we onze gevoelens interpreteren en hoe beslissen we om te reageren. Je intuïtie kun je waarderen en gebruiken om je besluit te nemen. Emoties en intuïtie zijn geen vak in het huidige onderwijs, hoewel ze een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van tieners. Leraren reageren op emotionele gebeurtenissen bij tieners maar begeleiden de tieners niet systematisch in hun omgang met emoties. Terwijl tieners er wel behoefte aan hebben. Uit de persoonlijke ontwikkeling van onze emoties kunnen we gemotiveerd worden om te leren over psychologie en kunstuitingen, maar ook over geschiedenis en politiek.

 

Het brein is ook een bruikbaar instrument. Hoe geef ik betekenis aan wat ik beleef? Hoe leer ik om te reproduceren en te begrijpen? Hoe kan ik mijn brein laten creëren? Hoe los ik problemen op? Hoe ga ik om met hersenspinsels en obsessies? Wat zijn mijn dromen en wat kan ik ervan leren? Uit de persoonlijke ontwikkeling van ons brein kunnen we gemotiveerd raken om te leren over logica en meta-fysica.

De ziel verbindt het lichaam, het brein en het hart in een persoonlijke stem en betekenis. Wat is de bron van het leven? Wat is de betekenis van het leven? Wat is mijn betekenis voor de wereld? De persoonlijke ontwikkeling van onze ziel en bewustzijn kan ons motiveren om te leren over religie en filosofie.

We leren onszelf kennen door met anderen samen te leven. We kunnen alleen overleven door samen te werken. Tieners hebben het nodig om te leren samen te werken en te communiceren met anderen. Communicatie is nog geen schoolvak, terwijl communicatie heel belangrijk is in de bepaling van het succes in het leven, zowel thuis als op het werk. De technische vaardigheden zoals spreken, luisteren, schrijven worden wel behandeld in de taalvakken op school.. Dat is niet voldoende. De manieren om jezelf uit te drukken vind je terug in vakken zoals muziek, drama, dans, schrijven en beeldende vorming. In de persoonlijke ontwikkeling van onze communicatie, kunnen we gemotiveerd worden om te leren over sociologie, communicatie en multimedia.

We willen dat tieners hun weg vinden in de wereld. De wereld is de samenleving van mensen, de natuur, de levenloze dingen en de kosmos, Tieners worden geconfronteerd met gebeurtenissen en tendensen in de samenleving van mensen. Ze leren van de manier waarop ze samenleven in hun familie, met vrienden, in de school, in de buurt, in de stad, het land en de wereld. Tieners willen hun beeld en mening vormen van de samenleving, betekenis geven en hun rol vinden. Uit de persoonlijke ontwikkeling in hun omgang met de wereld kunnen tieners gemotiveerd worden voor bijvoorbeeld geschiedenis en economie.

Er is een andere wereld in de natuur, die inspirerend kan zijn. Landschappen zoals de zee, de bossen, de bergen, rivieren et cetera. Dieren zoals de zoogdieren, de vogels, de vissen, insecten en bacteriën. En ook flora als de bomen, planten, bloemen grassen. Het leven is rijker als we verbinden met de natuur. Of wanneer we werken in of met de natuur. Uit de persoonlijke ontwikkeling in de omgang met de natuur kunnen tieners gemotiveerd worden in o.a. biologie en geologie.

De levenloze dingen kunnen opgedeeld worden in de vier elementen water, aarde , lucht en vuur, maar bevatten feitelijke alle scheikundige elementen. Alle vaste stoffen, vloeistoffen en gassen waaruit de aarde is opgebouwd. Er is ook de wereld van de natuurkrachten zoals de zwaartekracht. De levenloze dingen kunnen gebruikt worden om te creëren, te bouwen of uit te vinden en kunnen zo heel inspirerend zijn. Uit de persoonlijke ontwikkeling in de omgang met levenloze dingen kunnen tieners gemotiveerd worden om scheikunde, natuurkunde, geologie, meteorologie en technologie te leren.

Onze wereld is ook de planeet aarde in een grote kosmos. De aarde wordt beïnvloed door de zon en de maan en de andere planeten. Onze persoonlijke ontwikkeling in de omgang met de kosmos kan tieners inspireren om sterrenkunde en natuurkunde te leren.

De rijkdom van het leven en het curriculum.

Stel dat tieners zich meer bewustzijn van de rijkdom van het leven in hun omgang met zichzelf, een ander en de wereld. En je slaagt erin om in het onderwijs die verbinding te leggen tussen wat ze leren en wat ze er mee kunnen. Dan leren ze voor zichzelf.

De verbinding gaat over verschillende schijven:

  1. Tiener is zich bewust van de rijkheid van het leven en kan de vakken koppelen aan de betekenis voor de omgang met zichzelf, de ander en de wereld: bewustzijn. Om dit bewustzijn tot stand te brengen is tijd, stilte, rust, ruimte en meditatie nodig. De tiener maakt verbinding met zichzelf en het belang van het vak, onderwerp.
  2. Tiener ziet de betekenis wat hij/zij wil leren voor de omgang met zichzelf, de ander en de wereld.
  3. Tiener heeft een kapstok waar hij alles wat hij/zij leert kan plaatsen in de rijkheid van het leven en in zijn/haar brein.
  4. Tiener gebruikt zijn/haar eigen ervaringen in wat geleerd wordt. Het geleerde kan de tiener gebruiken in zijn/haar eigen ervaringen
  5. Tiener kan actie ondernemen op basis wat hij/zij leert. De tiener leert iets om zijn/haar acties te versterken of het geleerde zet de tiener aan tot actie
  6. Tiener ontwikkelt zich op basis van het geleerde in de omgang met zichzelf, de ander en de wereld.

Alle schijven zijn van belang om verbindingen te maken in het brein. Ook de volgorde is van belang: bewustzijn is voorwaardelijk voor betekenis. Betekenis is nodig voor het plek aan de kapstok krijgt. De ervaringen kunnen gekoppeld worden aan het bewustzijn, de betekenis en de kapstok. Aktie vloeit voort uit de ervaringen. Tenslotte zal de tiener zich ontwikkelen in zijn/haar competenties als de verbinding gelegd is met bewustzijn, betekenis, de kapstok, ervaringen en acties. Als we deze verbindingen leggen dan leggen we een basis voor de ontwikkeling van de tiener, waarmee deze de wereld aankan. Als we dit achterwege laten dan verdwijnt de geleerde kennis het snelst, dan de vaarduigheden en tenslotte de houding. Beter minder onderwerpen om te leren maar dan goed, dan duizend dingen die we de dag na de toets weer vergeten zijn.

Tenslotte een overzicht van de leerdoelen met de vakgerichte houdingen, vaardigheden en kennis. In die vakgerichte houdingen, vaardigheden en kennis zal een selectie gemaakt moeten worden op basis van de betekenis voor alle tieners in hun omgang met zichzelf de ander en de wereld. Integratie van vakken kan al zorgen voor meer betekenis voor tiener.

In de leeftijd van 10 -14 jaar hebben tieners het nodig om een algemene basis te leggen voor de ontwikkeling na hun 14e jaar, waar ze inmiddels al een keuze gemaakt hebben voor een vakkenpakket of richting. Ga tieners niet voorbereiden op vakken waar ze niet voor kiezen.

2A Leerdoelen 3C vakgerichte houdingen, vaardigheden en kennis
Omgaan met jezelf: lichaam, hart, geest, ziel Biologie, Psychologie, Filosofie, Levensbeschouwing, Expressievakken, Sport en beweging, Mindfulness
Omgaan met de ander, samen leren, leven en werken Talen, Communicaie, Muziek, Dans, Drama, Fotografie, Multimedia
Omgaan met de wereld: samenleving, natuur, wereld der dingen, universum Menswetenschappen (Aardrijkskunde, Geschiedenis, Sociologie, Economie, Politicologie, etc.) Wetenschap, natuur en techniek (Scheikunde, Natuurkunde, Technologie, ICT, Geologie, Meteologie, Astronomie)

2.3       Instrumenten die de tiener nodig heeft.

  • Wat is jouw beeld van jezelf, de anderen en de wereld: visie (brein)?
  • Wat is je doel en passie in het leven (hart)?
  • Hoe zet je door om je doel te bereiken: discipline (lichaam)?
  • Door welke waarden laat je je leiden in het leven: geweten (ziel)?

Dit zijn de basale vragen die richting en focus geven aan het leven. De focus kan veranderen en zal niet altijd helder zijn. Vooral niet voor tieners. Het is echter beter om een veranderende focus te hebben dan geen focus. Focus brengt je aan het leren. ‘ Trial and error’. Alle mensen hebben een focus al kunnen velen die focus niet benoemen : of je het wilt of niet, jouw potentieel en jouw manier van doen zullen een soort focus geven. Onderwijs zou tieners moeten leren om continu hun focus te bepalen, hun visie te definiëren, hun passie te vinden, te leren om door te zetten en te leven volgens hun eigen ontwikkelende waarden. Om hun volledige potentieel en de rijkdom van het leven te gebruiken, zullen ze moeten leren om zich zelf te sturen, om te communiceren en om te ondernemen.

 

2.3.1. Leren omgaan met jezelf: verdiepen van zelfkennis en ontwikkelen zelfsturing.

a. Gebruik van de rijkdom van het leven: de self-director.

 

Heb je een keuze in het leven? Het antwoord op deze vraag hangt af van je houding ten opzichte van het leven. Sommigen zullen zeggen “ Nee”: Het leven is vol met ‘ moeten’ . Ik moet geld verdienen, ik moet naar school, ik heb mijn sociale verplichtingen, ik moet boodschappen doen, ik moet eten. Je hebt geen keuze in het leven. Je bent de slaaf van gebeurtenissen en beslissingen in het verleden. Het glas is half leeg. Anderen zeggen “Ja”: Er zijn kansen. Elke dag biedt nieuwe mogelijkheden. Het glas is half vol. Beide antwoorden zijn waar en verdedigbaar. Waarom zou je niet de rijkdom van het leven gebruiken om je leven en werk te sturen en het gevoel te krijgen van een rijker en een gelukkiger leven? Van het glas drinken. Je zult bewuster gaan leven om je eigen leven te kunnen sturen. Werk, school en bezigheden kunnen je het gevoel geven dat anderen je leven definiëren. In de haast van het dagelijkse leven neem je vaak niet de tijd om te reflecteren op het gebruik van de rijkdom van het leven en de keuzes die je hebt. De zaag scherp blijven houden zal meer effectief blijken te zijn dan doorgaan met een botte zaag.

Dus neem elke dag een kwartier om na te gaan hoe je omgaat met jezelf ( je lichaam, je brein, je hart en je ziel), hoe je omgaat met alle mensen die je die dag hebt ontmoet en hoe je reageerde op alles wat er om je heen was en gebeurde (samenleving van mensen, de natuur, de elementen en de kosmos). In de bijlage tref je een lijst van vragen aan die je kunt gebruiken bij je reflectie (Bijlage 1: Vragen van de Self-director: gebruiken van de rijkdom van het leven). Neem een leeg dagboek of schrift en schrijf elke dag op hoe je gebruik maakt van de rijkdom van het leven. Schrijf ook op wat je voornemens zijn voor de volgende dag om je volledig potentieel en de rijkdom van het leven te gebruiken. Gebruik alleen die vragen, die belangrijk voor je zijn. Het zal nog effectiever zijn als je je dagelijkse reflectie met iemand deelt. Door je gedachtes te uiten, zal het al meer deel zijn van je leven en zal je een maatje hebben, die jou beter begrijpt.

Zorg dat je dit een week lang elke dag doet. Maak een algemene reflectie op de laatste dag: ben je tevreden over hoe je omgaat met jezelf, met anderen en met de wereld of wil je wat veranderingen in je gedrag. Als dit instrument nuttig blijkt te zijn, dan kun je het instrument een paar keer per jaar toepassen of zelf een eigen dagboek bijhouden. Deze reflecties zijn niet alleen gebaseerd op gedachten maar ook op intuïtie en gevoelens. Er is een trainingsprogramma ontwikkeld om de rijkdom van het leven nog intensiever te ervaren met oefeningen om je reflectie te verdiepen (Mail info@tienercollegenijmegen.nl om deel te nemen).

Uiteindelijk willen we tiener leren en ontwikkelen om hun eigen leven te sturen. Dit kan alleen bereikt worden als leraren, caches en ouders zelf hun eigen leven kunnen sturen: Ervaar en gebruik het instrument zelf voordat je het gebruikt met tieners.

 

b. Creëren van bewustzijn dat het leven altijd aan het veranderen is..

Het grootste gedeelte van de tijd dat je leeft lijkt niets te veranderen. Als je het perspectief neemt van je eigen persoonlijke geschiedenis, dan blijkt dit niet te kloppen. Het leven heeft verschillende stadia. Je wordt geboren, ontwikkelt basale functies en maakt kennis met je kleine familie, gaat naar school en vindt je plaats in een groep, je ontwikkelt je identiteit in je tienerjaren, kiest en vindt een specifieke studie en werk, ontwikkelt liefdesrelaties, krijgt wellicht kinderen, maakt carrière of niet, krijgt een midlife crisis, leert te leven met een ouder wordend lijf, blikt terug op het leven, vindt vrede met de dood en sterft. Incidenten en ongelukken gebeuren, je beweegt, je ontmoet en maakt keuzes.

Wanneer je persoonlijke geschiedenis opschrijft met keerpunten elke 5 tot 7 jaar, word je je bewust van de groei die gebeurt in je leven. Het maakt je ook bewust van de onvermijdelijkheid dat veranderingen in de toekomst gaan plaatsvinden. Je kunt zelfsturing bevorderen door je jezelf een beeld te vormen waar je over 2 of drie jaar zult staan. Dit beeld zal je keuzes en daardoor je leven beïnvloeden..

 

c. Zelfsturingsvaardigheden aanleren: I self

Weten wat je wilt is niet genoeg in zelfsturing. Om je koers te behouden heb je discipline nodig. Tieners (en volwassenen) zullen getraind moeten worden in vaardigheden om zichzelf te sturen. Het volgende schema met zelfsturingvragen is overgenomen van iSelf, een instrument van Saxion hogeschool in Deventer (Youtube: ‘iSelf het bevorderen van zelfsturing’)

Vooraf WAT ga ik leren? HOE ga ik het leren doen? WAAROM is het interessant om te leren/doen? Hoe PLAN ik de taak in? Heb ik HULP nodig om te beginnen? Wa moet ik doen om te BEGINNEN?
Tijdens Gaat het GOED? Wat kan ik doen om het goed te laten gaan? Vind ik het nog INTERESSANT? Wat kan ik doen om het weer interessant te maken Werk ik volgens PLANNING? Heb ik HULP nodig? Heb ik goede MATERIALEN? Welke materialen heb ik nodig?

Tieners hebben expliciete instructie nodig in de benadering van taken. Deze benadering zal geïntegreerd moeten worden in alle taken en onderwerpen, die tieners moeten leren. De leraren kunnen getraind worden in het geven van deze expliciete instructie over zelfsturing en de begeleiding.

d. Je eigen stem vinden in de wereld

Zonder dat je het weet, ben je al op zoek om je volledig potentieel te gebruiken en je stem in de wereld te vinden. We zoeken betekenis in al onze handelingen. We leven, dus handelen we, dus maken we keuzes. De zoektocht naar visie, passie, discipline en geweten is continu aan de gang. Gebruik alle handelingen die tieners kiezen als een referentiepunt om tieners bewust te maken van hun stem in de wereld. Als tieners handelen, leren en ontwikkelen vanuit hun eigen stem in de wereld, dan zullen ze gemotiveerd zijn en hun volledig potentieel inzetten.

 

2.3.2 Leren omgaan met de ander: verdiepen van communicatievaardigheden.

In de omgang met anderen leer je jezelf kennen. Communicatie is nodig om elkaar beter te begrijpen, om samen te kunnen werken en samen te kunnen leven. Communicatie kan zich beperken tot informeren. De uitwisseling van informatie is handig. Samenwerken en samenleven vraagt echter meer dan de uitwisseling van informatie. Het vraagt om begrip voor elkaar, kennis van elkaars behoeften en het doen van verzoeken om elkaars leven beter, veiliger, gelukkiger en aangenamer te maken.

Slechte communicatie leidt tot ruzies, persoonlijke vetes en oorlogen. De kwaliteit van relaties is gebouwd op communicatie. Toch onderwijzen we onze tieners niet expliciet in communicatie. Voor tieners definieert de sociale omgang hun identiteit, wat voor hen van het grootste belang is. In het omgaan met anderen hebben ze communicatieve vaardigheden broodnodig, dus waarom brengen we hen die niet bij. Communicatieve vaardigheden zijn nodig in alle fasen van het communicatieproces: de feitelijke waarneming, bepalen van de gevoelens, het definiëren van behoeften, het doen van verzoeken en het geven van compassie aan jezelf en anderen.

 

a. Feitelijke observatie.

Wat nemen mijn zintuigen waar? Wat zie, hoor, ruik, proef of voel ik? De eerste uitdaging in communicatie is om terug te gaan naar de feitelijke observatie en deze los te zien van onze gedachten en gevoelens. Je hersenen werken snel en een oordeel van een situatie is snel gemaakt. De beschrijving van een observatie is dan vertekend, positief of negatief of gewoon anders. Communicatie gaat dan over de meningen over feiten in plaats van over de feiten zelf. ‘Fake news’ is verwoestend voor goede communicatie. Door je eigen realiteit te creëren, respecteer je niet de realiteiten van anderen. Dit leidt tot een “ Ja –Nee” discussie, waar je niets mee bereikt. Het is een kunst om communicatie te starten met feitelijke observaties. De communicatie start met feiten die gerapporteerd worden door de zintuigen: “ ik hoorde je ‘X’ zeggen”, “ik zag ‘Y’”, “ik proefde ‘Z’”, “ik rook ‘A’” , “ik voelde ‘B’”. Als je feiten benoemt die je eigen zintuigen hebben gerapporteerd, kun je bij de ander checken of die de waarneming herkent. Als je de waarneming van een ander persoon gebruikt, zul je zeker moeten checken of de waarneming goed is begrepen. Communicatie start dus met feitelijke observaties.

 

b Bepalen van je gevoelens

Na een waarneming zal je brein direct gedachten produceren. Soms zal het brein alleen rapporteren wat de zintuigen registreren. Vaker zal je gedachten ontvangen met meningen over wat je hebt waargenomen. Deze mening zijn altijd emotie-gestuurd. Meningen zijn daarom handig om te leren welke emoties de waarneming oproepen: je kunt je bijvoorbeeld een beetje verdrietig of vrolijk voelen, een beetje geïrriteerd of juist onzeker. Soms zijn de gevoelens meer intens en heb je je gedachten niet nodig om je gevoelens vast te stellen: Je bent kwaad of euforisch, doosbang of intens verdrietig.

Meningen zijn niet subtiel, zijn ongecensureerd. Ze geven anderen de schuld, kunnen agressief of defensief zijn. Verspreiden van meningen in communicatie kan schade berokkenen aan anderen of hen blokkeren. Ze kunnen anderen boos, verdrietig, bang maar ook vrolijk maken. In alle gevallen helpen ze de ander niet om naar jou en naar jouw behoeften te luisteren. Gebruik die meningen alleen om je gevoelens te definiëren. Deze gevoelens zijn persoonlijk en subtiel. Het gevoel van zelfverzekerdheid kan preciezer gedefinieerd worden als trots, open, zeker, bewust, veerkrachtig, capabel, vasthoudend of competent. Er zijn meer dan tweehonderd specifieke gevoelens te benoemen[1]. Probeer zelf uit te vinden, eventueel met hulp van anderen wat het precieze gevoel is dat je hebt over iets of iemand. Daardoor kun je jezelf beter begrijpen en kunnen anderen jou beter begrijpen. Nadat je de feitelijke waarneming aan de ander hebt verteld, kun je aangeven welke gevoelens het bij je opriep.

[1] Een lijst met de meeste gevoelens tref je aan op: http://www.psychpage.com/learning/library/assess/feelings.html of de boeken van geweldloze communicatie van Marshall Rosenberg.

 

c Definiëren van je behoeften.

Deze gevoelens zijn signalen van het hart dat bepaalde behoeften niet zijn vervuld (bij boosheid, angst of verdriet) of juist wel (bij blijheid). Belangrijke behoeften zijn fysiek welzijn, sociaal welzijn, creativiteit, autonomie, structuur, samenwerking, verbinding, empathie, spelen en plezier, zingeving et cetera.. Er zijn meer dan honderd specifieke behoeften[2]. Om de behoeften te definiëren kun je de lijst gebruiken en intuïtief kiezen welke behoefte het meest passend is. Je kunt ook zelfonderzoek doen of samen met een coach uitzoeken welke precieze behoefte weergeeft, wat je nodig hebt. Door door te vragen blijkt vaak dat de echte behoeften verborgen is achter de eerste behoeften waar je aan dacht. Zo leer je jezelf kennen. Dus na het benoemen van de feitelijke waarneming en je gevoelens, geef je je behoefte weer.

[2]Een lijst van behoeften vind je op: https://www.cnvc.org/Training/needs-inventory

 

d Doen van een verzoek

Op basis van je behoefte kun je de ander een verzoek doen. De ander is vrij om aan het verzoek te voldoen of niet. De ander heeft andere behoeften en zal die dan kenbaar kunnen maken. Communicatie zal op deze manier altijd leiden tot meer begrip en vaak tot vervulde verzoeken.

 

e Compassie hebben met jezelf en anderen

Je hebt je eigen verantwoordelijkheid om je zelf te leren kennen om je eigen behoeften te vervullen. Communicatie zorgt er voor dat we elkaars behoeften beter leren kennen. Elkaars behoeften vervullen of er rekening mee houden zal de kwaliteit van samenwerken en de kwaliteit van samenleven vergroten. We leren elkaar kennen door of onze eigen behoefte eerlijk te uiten of door empathisch te luisteren naar andermans behoeften. Het is altijd een keuze. Als we beslissen om onszelf niet te uiten, dan moeten we met de consequentie leven dat anderen geen rekening kunnen houden met onze behoefte. Wanneer we onszelf uiten en empathisch luisteren bouwen we compassie op voor onszelf en voor anderen. We begrijpen elkaar, zonder te oordelen of de verantwoordelijkheid van de ander over te nemen. We helpen alleen als we gevraagd worden.

Dit is slechts een samenvatting van de theorie van Marshall Rosenberg over geweldloze communicatie. Er is training en oefening nodig om deze vorm van communicatie effectief te kunnen gebruiken. Zoals ook het begeleiden in zelfsturing bij tieners, vereist ook het begeleiden van tieners in deze vorm van communicatie dat hun ouders, leraren en coaches eerst getraind worden op hun eigen communicatie, voordat ze de communicatieve vaardigheden van tieners kunnen ondersteunen. Voor tieners is met name het bepalen van je gevoelens en het definiëren van behoeften belangrijk om hun emotionele intelligentie al doende te stimuleren.

 

f Groepsdynamiek en systeemopstellingen
Goede communicatie is niet voldoende. Via alle communicatie in een groep met tieners zal er een groepsdynamiek ontstaan. Deze groepsdynamiek is nuiet voor alle tieners even veilig. Alle tieners krijgen een positie in de groep toe gewezen: de leiders, de subgroepen en de buitenbeentjes. Sommige buitenstaanders door eigen keuze, sommige door het lot. Om de posities in de groep te verhelderen, kan het helpend zijn om een systeemopstelling te maken. Het werkt als volgt: de leden van de groep worden gerepresenteerd door personen, poppetjes of vellen papier. Je kan als coach de opstelling maken of het laten doen door de tieners zelf. De persoon die de opstelling maakt zet zichzelf en alle representanten in een ruimte, waarbij ook van belang is welke richting ze op kijken. Het beeld van de opstelling zal vaak al de verschillende posities van leden van de groep verhelderen. Door op de positie te gaan staan van leden van de groep, zal je ervaren welke gevoelens deze positie oproept. Soms worden blokkades duidelijk. Door de opstelling te verschuiven naar een meer gewenste situatie kunnen oplossingsrichtingen voor de blokkades worden verkend.

Wanneer de groepsdynamiek en de opstelling helder is, kunnen leden aangeven of ze zich prettig voelen met hun positie in de groep. Als iemand zich niet prettig voelt, dan is de groep verantwoordelijk voor het vinden van een oplossing om de behoeften van elk lid te kunnen vervullen. Vooral in een klas, waar je niet vrijwillig voor kunt kiezen, is het belangrijk dat iedereen zich prettig voelt. Meer hierover in hoofdstuk 4, het deel over de pedagogische benadering.

                                                                                                                                             

2.3.3    Leren ontdekken, onderzoeken en ondernemen in de wereld met een open geest en open hart en open wil.

Er is een behoefte aan een nieuwe benadering van de wereld. We zijn gewend om te werken met een stimulus-response model. Geconfronteerd met een taak, onderwerp of probleem, schakelen we op basis van informatie uit het verleden over op het downloaden van een aanpak of oplossing. We reageren onmiddellijk met bewezen praktijken en bestaande wegen om met de taak om te gaan of het probleem op te lossen. Dit leidt tot ‘oppervlakte leren’. Je gebruikt niet de diepte van je eigen geest, je hart en je wil.

We hebben echter de keuze om deze wel in te zetten:

  • We kunnen onze geest openen: we stellen de eerste conclusies uit en nemen waar met een open geest. Wat nemen we waar? Wat is werkelijk het probleem? We kunnen reageren door zelf nieuwe oplossingen en nieuwe prototypes te ontwikkelen.
  • We kunnen ons hart openen en aanvoelen wat de betekenis van een taak, onderwerp of probleem is in het sociale veld en dit delen met anderen. We kunnen reageren door uit te zoeken wat het juiste is om te doen. We ontwikkelen een nieuwe visie en nieuwe intenties.
  • We kunnen onze wil openen door te starten bij onszelf: Wie zijn we? Wat is mijn bron? Wat wil ik betekenen? Wat is mijn Werk? Wat is de betekenis van de taak of het probleem? We kunnen reageren door te voorvoelen/presensing welke ontwikkelingen ontstaan. Door in het nu te zijn, aan te voelen welke richting de ontwikkeling op zal gaan kunnen we uitkristalliseren wat onze rol kan zijn. Onze wil staat open het onderwerp het probleem en verbind zich er aan.

Deze benadering is opgeschreven door Otto Scharmer in de U-theorie. Het kan ons helpen om ons leren te heroverwegen en om diep leren te creëren. Diep leren, wat gebruik maakt van het volledig potentieel van onze geest, ons hart en onze wil. Ook de tieners zijn niet gebaat bij downloaden. Zij hebben de ruimte nodig om hun eigen geest, hart en wil te ontdekken.

Tieners leren door ontdekken en experimenteren. Ze willen hun eigen keuzes hebben. Om te voorkomen dat tieners verloren raken door allerlei afleiding en impulsen, zou het onderwijs hen een leeromgeving moeten bieden waarin tieners:

  • Keuzevrijheid hebben om hun eigen leerbehoefte te vervullen

Dit houdt in dat er in de leeromgeving begeleiding, vaardigheden, tijd, materialen en experts moeten zijn om tieners de mogelijkheid te geven om hun eigen leerbehoefte te vervullen. De eigen leerbehoeften zullen onderzocht worden en geplaatst in de ontwikkeling van zelfsturing van in het omgaan met zichzelf, de ander en de wereld (leerdoelen). De coach zal de tiener helpen de bron van de leerbehoefte te vinden. De tiener beschrijft de motivatie en het resultaat of product dat het leren op zal leveren. De tiener doet onderzoek, maakt een plan, zoekt naar materiaal en experts en begint. Er zijn meerdere dagen in de week beschikbaar voor de tiener om aan de leerbehoefte te werken. De tiener en de coach bewaken samen de voortgang.

  • Gestimuleerd worden om te leren in mogelijk inspirerende onderwerpen.

Elke dag zullen tieners, coaches, interne en externe experts motiverende presentaties geven om de tieners te inspireren om de wereld te ontdekken.

  • Uitgedaagd worden door basiscursussen over de wereld

Elke tiener zal worden uitgedaagd door te leren over de rijkdom van de wereld, De doelen zullen worden besproken met de tieners, waarom en in hoeverre deze doelen belangrijk zijn om je bewust te worden van de rijkdom van het leven. Tieners zijn bijvoorbeeld kiezers en zullen iets moeten weten over politiek. Verscheidene onderwerpen met leerdoelen zullen geïntroduceerd worden. De manier waarop ze deze onderwerpen willen leren blijft de keuze van de tiener.

Op deze manier kunnen tieners hun eigen onderwijs invullen, geïnspireerd worden door presentaties en interessante onderwerpen en op hun eigen manier competenties opbouwen om om te gaan met de rijkdom van het leven.

 

2.4. Ondersteunen van tieners om volwassen te worden.

Onderwijs zou tiener moeten ondersteunen om een volwassene te worden, die zijn/haar eigen leven kan componeren en kan leven in vrede met zichzelf, met de anderen en met de wereld. Het ondersteunen van tieners is voor veel leraren ooit de reden geweest waarom ze voor dit beroep hebben gekozen. Tieners hebben zelfkennis nodig om zelfbewustzijn te bereiken, om zelfverzekerd te worden, hun eigen identiteit te vinden en hun stem in de wereld. Dit is de kern van persoonlijke ontwikkeling en het volwassen worden. Dit zal het succes van de tiener in hun leven bepalen.

De persoonlijke ontwikkeling start bij de erkenning van de tiener, door de professionals in de school, door de andere tieners en door hun ouders. Een grondig ‘Namaste’: Elke van hen zal de tiener moeten zien en horen, moeten waarderen en moeten buigen voor de unieke persoon, die de tiener is. De tiener moet weten dat hij/zij speciaal is en dat iedereen de tiener willen helpen om zichzelf te vinden. Dit is het belangrijkste doel in het opvoeden van kinderen thuis en op school. Door zelfsturing te oefenen, te communiceren en door hun geest, hart en wil te openen in de wereld zullen de tieners zich optimaal ontplooien. Als de tieners hun identiteit gevonden hebben, zal onderwijs hen helpen met instrumenten om de rijkdom van het leven te gebruiken. Vanuit de persoonlijke ontwikkeling zal onderwijs de tieners begeleiden in de ontwikkeling van houdingen, vaardigheden en kennis om om te gaan met zichzelf, de ander en de wereld.

 

Grote stappen om tieners te helpen om te gaan met zichzelf, de ander en de wereld. 

  • Start met erkenning van de tiener: Welke rituelen kunnen je introduceren om ze elke dag te erkennen?
  • Herdefinieer alle lesdoelen in wat het bijdraagt aan het omgaan met zichzelf, de ander en de wereld.
  • Word je bewust van de rijkdom van het leven en inspireer tieners.
  • Introduceer nieuwe onderwerpen in de stappen van bewust worden, betekenis geven, postioneer het onderwerp in het geheel van competenties, relateren aan eigen ervaringen, laten resulteren in acties en het laten bijdragen aan de ontwikkeling van competenties. Zorg dat tieners de leerdoelen kunnen aanvaarden..
  •  Coach zelfsturing: gebruik de rijkdom van het leven, creer bewustzijn van voortdurende verandering van het leven, train zelfsturingsvaardigheden met Iself, reflecteer met tieners over hun stem en rol in de wereld.
  • Traincommunicatie-vaardigheden: feitelijke waarneming, herkennen van gevoelens, determineren van behoeften, doen van verzoeken en ontwikkelen van compassie.
  • Verdiep het leerproces door een open mind te trainen, vanuit gevoel en een open hart de leerstof te benaderen en de tiener vanuit een open wil de ontvouwende werkelijkheid te laten benaderen. 

De eerste stap: Begin met erkenning van de tiener. Selecteer één van de volgende stappen om te experimenteren.