Hoofdstuk 1: Wat hebben tieners nodig?

De uitdagingen:

• Leer de tiener kennen .

• Persoonsvorming is het hart van het onderwijs aan tieners.

1.1  De omgang met tieners

Ergens tussen hun tiende en veertiende levensjaar verandert de houding van de meeste tieners van speels, aanpassend en open naar hangend, discussiërend en gesloten. Ze moeten omgaan met hun veranderende lichaam. Ze groeien in lengte en in geslachtskenmerken. Ze lijken kinderen in een lichaam dat niet echt van hen meer lijkt te zijn.

De hormonen, die de veranderingen in hun lichaam vergezellen, zorgen voor gemengde gevoelens. Ze kunnen plotseling boos worden. Soms duurt dat uren of dagen. Plotseling kan het zonder oorzaak weer omslaan naar een prettiger stemming. Ze zijn onderworpen aan impulsen. Na uren op de bank gelegen te hebben, kunnen ze plotseling een hoop activiteit laten zien.

Ook hun hersenen ontwikkelen zich. Tieners in deze leeftijd hebben moeite om zich te concentreren en zijn vaak makkelijk afgeleid. Plannen is moeilijk en ze kunnen noodzakelijke activiteiten uitstellen. Ze hebben moeite complexe emoties te herkennen en om empathische relaties op te bouwen. Vooral in deze fase is dat lastig omdat hun positie in de peer-groep voor de meesten tieners van levensbelang is. Ze willen volwassen zijn en als zodanig worden behandeld. De meeste van hen zijn niet meer zo gehoorzaam aan hun ouders. Ze nemen afstand van hun ouders en houden hun eigen zorgen voor zichzelf.

Niet alle tieners in de leeftijd van 10 tot en met 14 jaar zullen dit gedrag laten zien. Sommige tieners zullen dit gedrag pas later laten zien, anderen blijven zich aanpassen aan hun ouders. Desalniettemin zullen alle tieners door deze fase van volwassen worden gaan, de fase van meer autonomie en diverse soorten van emotionele stress. Al deze tieners zijn werk in uitvoering. Na verloop van tijd worden ze volwassen net als wij ooit geworden zijn.

Deze veranderingen in het gedrag van de tiener kunnen leiden tot een strijd met leraren, hun ouders en andere volwassenen. Sinds het begin van alle tijden hebben ouders zich zorgen gemaakt over het gedrag van tieners en waartoe dit gedrag zal leiden. Terwijl we juist willen dat ze opgroeien naar fysieke, cognitieve, psychologische en sociale fitheid.

 

1.2 Ondersteunen van de tiener

We geven tieners niet wat ze nodig hebben als we ze vertellen wat ze moeten doen en hoe ze moeten leven. Wanneer we vooral via regels en adviezen de tieners sturen. Wij zitten teveel vast in onze eigen waarden en ideeën. Ze zullen zich onderdrukt voelen, in verzet gaan of betrokkenheid verliezen. Niet onze doelen en curricula zijn de kern waar het om draait, maar de tiener zelf: Zij hebben hun eigen unieke talenten en proberen een weg te vinden in hun eigen leven. Ze leren door te experimenteren en uit te proberen. Ze zijn eigenaar van hun eigen ontwikkeling. Krijgen ze een rood of groen stoplicht van hun leraren en ouders? Een rood licht zal hun ontwikkeling hinderen omdat ze moeten stoppen. Verzet of afhaken zal de reactie zijn. Krijgen ze een groen licht dan wordt hun denken, hun acties en hun leren geactiveerd. Alleen wanneer er gevaar dreigt dan zal een rood licht nodig zijn, maar dan altijd met een uitleg.

Deze verandering van eigenaarschap is niet makkelijk omdat we kinderen geleerd hebben te luisteren naar hun ouders. In de industriële manier van onderwijs en werken, moest iedereen doen wat er gezegd werd. Tegenwoordig maken we onze eigen beslissingen. Alle begeleiding van tieners kan de ontwikkeling van zelfsturing en eigenaarschap van de tieners ondersteunen. De tieners zijn in een lastige fase, laat ze zichzelf vinden. Dit zal veel tevredenheid opleveren voor zowel de tiener als de begeleider.

 

Grote stappen: Hoe begeleid je tieners?

  • Het belangrijkste is eerst dat je de tiener leert kennen. Veel tieners zijn allergisch voor autoriteit. Ga naast de tiener zitten en behandel de tiener als gelijkwaardig. Maak verbinding met de tiener en stel open vragen. Als dat niet mogelijk is: schrijf de vragen op die je zou willen weten van de tiener. Schrijf vervolgens alle informatie op die je hebt van de tiener: thuissituatie, persoonlijke geschiedenis, activiteiten buiten school, sociale relaties. Wat zijn zijn/haar talenten en worstelingen? Wat is zijn/haar stadium van ontwikkeling fysiek, cognitief, psychologisch en sociaal. Verplaats jezelf in de tiener, zit op zijn/haar stoel. Probeer de vragen die je had te beantwoorden vanuit het perspectief van de tiener.
  • Als tweede is het belangrijk hen te helpen om te reflecteren. Hoe kunnen we de tiener na laten denken over zichzelf, hen helpen zichzelf te leren kennen, hen helpen zichzelf te ontdekken? Door te coachen, te spelen en door feed-forward te geven. We kunnen met ze praten, dialogen hebben, interesse tonen en open vragen stellen.
  • Als derde is het belangrijk om te zorgen voor goede condities voor persoonlijke groei: neem ze de wereld in, laat ze ervaren, deel interessante vragen, lees, discussieer, geef inspiratie, laat interessante mogelijkheden zien.
  • Ten vierde als je in verbinding met ze bent, dan kun je actief duwen of zachtjes sturen om hen te helpen om de goede beslissingen te nemen. Blijf je wel realiseren dat hun geluk waarschijnlijk ergens anders te vinden is dan jouw geluk.

 De eerste kleine stap: neem drie tieners en pas bovenstaande stappen toe.

 

1.3. Persoonlijk eigenaarschap als de belangrijkste conditie om te leren

De belangrijkste zorgen en uitdagingen voor de tieners zijn hun autonomie, hun positie in de groep en hun persoonlijke ontwikkeling. Onderwijs waar de leerkracht of het curriculum centraal staat leidt over het algemeen tot lage betrokkenheid bij tieners. Ze doen wat er gezegd wordt (of niet) en proberen momenten te vinden om contact te hebben met hun klasgenoten of met hun persoonlijke ontwikkeling bezig te gaan. Ze proberen hoge cijfers te halen, als dat mogelijk is. Maar de motivatie van een hoog cijfer is tijdelijk. Ze zullen leren en vergeten. De demotiverende werking van een laag cijfer zal hun zelfvertrouwen beïnvloeden en zal leiden tot impliciete of expliciete drop-out.

 

Grote stappen: hoe creëer je betrokkenheid bij tieners?

  • Gebruik persoonlijke groei als de belangrijkste leerdoelstelling.
  • Leid uit persoonlijke groei de leerdoelen af en begin met betrokkenheid.
  • Geef tieners ruimte voor zelfsturing in het werken aan hun persoonlijke groei.
  •  Maak de groep een zelfsturende leergroep.
  •  Zorg voor persoonlijke begeleiding van de tiener(zie1.2)
  •  Zorg voor inspirerende input vanuit tieners, ouders, leerkrachten en experts van buiten.

De eerste kleine stap: Reflecteer over bovenstaande stappen: Met welke stap wil je beginnen? Experimenteer en deel met collega’s.

 

1.4. Executieve functies die persoonlijke groei mogelijk maken

Het brein van de mens kan gezien worden als een informatie-verwerkende machine, die zorgt voor aanpassing aan wat er in het leven nodig is. Heel handig. Het brein ontvangt van allerlei kanten informatie: Het lichaam stuurt informatie vanuit de zintuigen, wat er gezien, geroken, gehoord, gevoeld en geproefd wordt. De gevoelens zullen emotionele en motivationele waarden verwerken. De hersenen zullen doelen stellen, kiezen en tot actie overgaan. De ziel zal onze rol definiëren en betekenis geven. De sociale groep en de samenleving zullen de anderen definiëren, die voor ons van betekenis zijn om mee te nemen in de besluitvorming. De informatie-verwerkende machine zorgt dat we kunnen beslissen wat we doen , wat we niet doen en hoe we het doen. In de fase van volwassenwording, waarin tieners verkeren is de informatie-verwerkende machine de volgende executieve functies aan het ontwikkelen:

Filteren van informatie: Wat is belangrijk en waarom? Meta-cognitie: reflecteren over je eigen gedachten Kiezen en besluiten
Doelgerichtheid Omgaan met impulsen Empathie
Zelfregulatie Werkstrategie en planning (prioriteiten) Trainen van werkgeheugen
Organiseren van focus en aandacht Sociaal monitoren Zelfkennis
Flexibiliteit om gedrag, beweging of denken te veranderen Bevorderen van nieuwsgierigheid en nemen van initiatief Motivatie

 Grote stappen om executive functies te stimuleren

  • Deel de doelen op het gebied van executieve functies met de tieners. Deel ook dat executieve functies bij hen aan het ontwikkelen zijn: geen excuus om niet te leren, maar wel bewustzijn dat de ontwikkeling nog een tijdje kan duren.. 
  • Reflecteer met de tieners over de executieve functies: welke zijn goed ontwikkeld, welke zijn in ontwikkeling en welke niet. 
  • Bepaal welke executieve functies bij een tiener stageneren. Geef feedforward. Prikkel en wijs de tieners op mogelijkheden om deze functies te ontwikkelen.
  • Neem de ontwikkeling van deze executieve functies mee in de voortgangsevaluaties van tieners.

 De eerste kleine stap: neem drie tieners om te experimenteren met bovenstaande stappen.

 

1.5 Sekse-specifiek onderwijs

Jongens en meisjes verschillen in hun ontwikkeling. De meeste meisjes zijn vroeger in hun fysieke ontwikkeling, in hun sociale en emotionele ontwikkeling en ze zijn verder in hun ontwikkeling van taal, communicatie en zelfinzicht dan de meeste jongens. De meeste jongens zijn verder in redeneren, in ruimtelijk inzicht en in motoriek. Ze zijn besluitvaardiger en hebben meer zelfverzekerdheid dan meisjes. Dit heeft gevolgen voor het succes in het onderwijs en het werkende leven. De meeste meisjes profiteren van de gestructureerde manier van onderwijs tegenwoordig. De meeste jongens profiteren van hun zelfverzekerdheid en zijn meer succesvol in het werk- en zakenleven. Dit geldt niet voor alle jongens en meisjes. Sommige meisjes voelen zich aangetrokken tot jongens-activiteiten en omgekeerd. Over het algemeen zal aan het gedrag en hun vrienden groep te zien zijn of dit geval is.

Het is niet de wens gelijkheid te creëren tussen man en vrouw, wel gelijkwaardigheid. Sommige jongens doen zich tekort in het schoolse systeem en sommige meisjes doen zich tekort in het werkleven. Het feit dat de huidige benadering van sekseverschillen in het onderwijs jongens en meisjes verhindert om het beste uit zichzelf te halen, is een probleem. Uit onderzoek kan geconcludeerd worden dat veel jongens niet zoveel van school profiteren als mogelijk is (glazen kooi) en dat de meeste meisjes niet zoveel van hun talenten profiteren in hun loopbaan na school (glazen plafond).

De meeste jongens en meisjes kunnen leren van elkaars sekse verschillen. Vooral als ze in een jongen-meisje tweetal werken, waarin ze de niet voor hun sekse specifieke rol oppakken. Bij grotere groepen die samenwerken is het moeilijker om de sekse-specifieke taakverdeling tegen te gaan.

Meer mannelijke leerkrachten op de basisschool zou de vrouwelijke cultuur op basisscholen kunnen doorbreken. Dat kost tijd. Ondertussen kan de benadering op school meer jongensachtige momenten bevatten om de motoriek te trainen, om meer te doen dan te luisteren en om de wereld te ontdekken. De mannelijke cultuur in veel bedrijven is langzaam aan het veranderen. De onzekerheid van sommige getalenteerde vrouwen kan tegengaan worden door zakelijke netwerken van vrouwen, waarin vrouwen elkaar ondersteunen, zoals ook in mannelijke netwerken gebeurt.

 

De leeftijd van 10 tot en met 14 jaar is het moment waarin jongens man en meisjes vrouw worden. Oude volkeren gebruikten rituelen om deze overgang te markeren. Dit draagt bij aan identiteitsvorming. Dit is geen oproep voor proeven van mannelijkheid of vrouwelijkheid, het afzetten tegen of uitvergroten van de verschillen tussen mannen en vrouwen. Wel om aandacht te besteden aan het feit dat de meeste jongens en meisjes verschillende behoeften hebben in hun identiteitsontwikkeling en dat dat in het onderwijs nauwelijks aan bod komt.

 

Grote stappen om sekse-verschillen te begeleiden

  • Ontwikkelen sekse-specifieke activiteiten en projecten door coaches, ouders of tieners van hetzelfde geslacht om tieners te helpen om hun geslacht-specifieke identiteit te herkennen en erkennen..  
  • Verklein de verschillen tussen jongens en meisjes door gericht te investeren in het kunnen communiceren, de zelfkennis, empathie en het sociale bewustzijn van de meeste jongens en de zelfverzekerdheid, actiegerichtheid en het ruimtelijk inzicht van meisjes. 
  • Implementeer een nieuwe benadering van tieneronderwijs, die zich richt op al deze vaardigheden zal de kansen van zowel jongens als meisjes verbeteren.

De eerste kleine stap: Ontwikkelen een sekse-specifiek project of experimenteer met de aanpak van sekseverschillen.