Hoe ontwikkelen we 10-14 jarigen onderwijs, waarin de tiener centraal staat?

Een praktische gids voor de transformatie naar kindgericht onderwijs voor tieners in Nederland.

Versie april 2019 Discussiepunten en reacties graag naar info@tienercollegenijmegen.nl.

Leeswijzer

In deze gids wordt de transformatie naar nieuwe leerdoelen en de nieuwe benadering beschreven. Elke hoofdstuk eindigt met praktische tips hoe je de transformatie kunt realiseren. Deze benadering is niet door mij ontwikkeld maar een meer compositie van bestaande inspirerende theorieën.

Hoe kun je deze praktische gids het beste lezen? Dat is afhankelijk wat je zoekt:

  • Wil je eerst iets meer weten vanuit de doelgroep, de tieners: begin dan met hoofdstuk 1.
  • Meer geïnteresseerd in de onderwijsfilosofie en doelen: begin dan bij hoofdstuk 2 en 3.
  • Nieuwsgierig naar de praktijk: start dan met hoofdstuk 4.
  • In hoofdstuk 5 leer je hoe je met de school de eerste stappen kunt zetten, wat het betekent voor de lerarenopleiding en het overheidsbeleid.
  • Na elke hoofdstuk tref je praktische stappen aan die je kunt zetten richting levensverrijkend onderwijs. Ze liggen vrij voor de hand, maar geven je misschien net een zetje om er mee te experimenteren in de onderwijspraktijk
  • Kijk naar de veertien uitdagingen en neem ze mee in je onderwijs

Inleiding: Waarom is een transformatie van het tieneronderwijs nodig?

De inleiding beschrijft mijn eigen onderwijservaring en de reden en mijn visie op het nieuw onderwijs dat kinderen nodig hebben in de toekomst.

Hoofdstuk 1:Wat hebben tieners nodig?

Dit hoofdstuk gaat in op specifieke kenmerken van tieners, die meegenomen zijn in de nieuwe onderwijsaanpak. Jelle Jolles is een Nederlandse wetenschapper, die de wetenschappelijke inzichten over tieners omgezet in een praktisch en leesbaar boek (zie de literatuurlijst). In dit hoofdstuk staan de belangrijkste inzichten en de consequenties die deze inzichten hebben voor de aanpak van tieners in het onderwijs.

Hoofdstuk 2: Hoe ondersteunen we tieners in hun persoonlijke ontwikkeling?

Wat hebben we nodig om te leven vanuit onszelf, om te leven samen met andereen en van betekenis te zijn voor de wereld? In dit hoofdstuk gebruik ik deze doelen van het jenaplanonderwijs als basis. Door de rijkdom aan mogelijkheden in het leven te ervaren, kunnen we tieners leren hoe ze bewust kunnen leven en kiezen. We leren ze hoe ze zelfsturing kunnen ontwikkelen en hoe ze gebruik kunnen maken van het unieke potentieel dat ze in zich hebben.
De aanpak van de manier waarop je met jezelf omgaat is gebaseerd op John Coveys theorie van de 8-ste discipline. Deze theorie geeft aan dat het nodig is om vanuit een volledig beeld naar jezelf te kijken (je lichaam, je geest, je hart en je ziel) en de noodzaak om je eigen stem en richting in deze wereld te ontdekken.
De wijze waarop je omgaat met anderen is gebaseerd op de taal van het leven (geweldloze communicatie) van Marshall B. Rosenberg en het concept van de levenverrijkende school.
Hoe je omgaat met de wereld (en daar voorbij) is onderscheiden in de menselijke samenleving, de natuur, de elementen en de kosmos. Het is geïnspireerd door mindfullness maar ook op de begrippen ‘open mind’, ‘open heart’ en ‘open will’ uit de U-theorie van Otto Scharner.

Hoofdstuk 3: Welke houdingen, vaardigheden en kennis willen we tieners bijbrengen?

Het gaat allereerst om het ontwikkelen van houdingen om tot maximale ontplooiing en betekenis te komen. Deze houdingen zijn gebaseerd op de zes houdingen die Michael Fullan heeft beschreven in zijn theorie van deep-learning. De houdingen zijn de basis die een tiener nodig heeft om van betekenis te zijn voor zichzelf, anderen en de wereld.
Vervolgens gaat het om het om het ontwikkelen en trainen van algemene vaardigheden, algemeen ondersteunende vaardigheden en specifieke vaardigheden. De algemene vaardigheden zijn gebaseerd op de Jenaplan-essenties en overlappen grotendeels de vaardigheden van de 21e eeuw. De kunst is om deze vaardigheden te trainen en niet te beschouwen als een bijprodukt van het kennisonderwijs.
Tenslotte gaat het om kennis vergaren, analyseren en toepassen. Het gaat dan slechts om essentiële kennis. Voor dit gedeelte ben ik op het goede spoor gezet door bezoeken aan de essential schools in Boston en New York en de beschrijving van de werkwijzen van deze scholen van Rikie van Bleiswijk.

Hoofdstuk 4: Wat betekent dit voor de inrichting van het onderwijs?

Wat zijn de belangrijkste principes? Dit hoofdstuk is vooral gebaseerd “Child-centered education” van het Koeck instituut in Wenen, ‘Jenaplan, school waar je leert samenleven, “de beschrijving van het jenaplan onderwijs door.Hubert de Winter en Freek Steenhausz en ‘de gelukkige klas’ van Natasja de Kroon, Ingrid Nagtszaam en Merlijn Wentzel

Hoofdstuk 5: Hoe ga je dit onderwijs met elkaar realiseren?

Uiteindelijk gaat het om de realisatie. Vanuit de U-theory van Otto Scharner beschrijf ik de stappen die gezet kunnen worden om deze transformatie mogelijk te maken.